4e Advent : “Verstopt achter de sluier van gekoesterde herinneringen”.

Juda herkende ze en zei: ‘Niet zij is schuldig, maar ik, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela tot vrouw gegeven.’ (Genesis 38:26).
God met ons. Tamar, de weggestuurde.

Symboliek: gedroogde halmen van riet en miscanthus (Olifantengras). Pluizig en onduidelijk qua vorm.
Witte peperbes: de pijn van Tamar is verzacht doordat zij alsnog zwanger werd, het licht brak door haar pijn heen.
De tafelrand bij Tamar is langer dan de andere randen. Versluiering.
Jaarlijks schitteren kerstreclames met dure cadeaus en veel gasten aan overvloedige tafels. Kerst staat dan voor een moment van ‘het goede leven’. Matteüs laat duidelijk zien dat Jezus niet naar deze wereld kwam om blije mensen nog blijer te maken maar om dicht bij mensen in ellende te zijn.
De schoonvader van Tamar komt zijn beloften niet na waardoor ze, naast haar rouw, ook nog langdurig in hopeloze eenzaamheid wegzakt. Door een list raakt ze toch zwanger. In tegenstelling tot Juda schaamt Jezus zich niet voor haar ellende maar verbindt zich met haar als de Immanuel, de God met ons. Dát is Kerst.