In de dienst van zondag 24 juli jl. heeft dhr. J. Boogaard verslag gedaan van het gesprek dat hij heeft gehad met de secretaris van het moskee bestuur n.a.v. de commotie rond de Moskee in Dieren. Hieronder kunt u het verslag nog eens nalezen.

“Beste leden van de PGD (Protestantse Gemeente te Dieren),

Vorige week heb ik de dienst verteld dat ik naar aanleiding van alle commotie rond de Moskee in Dieren een gesprek zou hebben met de secretaris van het moskeebestuur, de heer Gökhan Alarslan. Hij maakt deel uit van onze werkgroep IRO (Interreligieuze ontmoetingen). De groep bestaat uit Joden, Moslims en Christenen. Ik ben voorzitter van de groep. Met Michaël Mendel die onze secretaris is en lid van de LJG (Liberaal Joodse Gemeente, de synagoge staat aan de spoorstraat hier in Dieren) heb ik dat gesprek gevoerd.

Gökhan vertelde ons dat hij de volgende dag een gesprek zou hebben met onze Burgemeester Petra van Wingerden-Boers, zij vindt -zo lezen we in het AD- dat politie en Justitie onderzoek moeten doen naar de uitspraak van de Imam: “Ik ben bereid voor mijn geloof te sterven, maar ook leven te ontnemen”.

Gökhan licht toe dat deze uitspraak is gedaan in een twistgesprek tussen de imam en een voormalig lid van de Moslimgemeenschap in Dieren. De laatste is een Gülan-aanhanger en woont nu in Arnhem. Dat gesprek vond plaats op Facebook. Gökhan en met hem de hele geloofsgemeenschap betreurt deze uitspraak en staat daar helemaal niet achter. Hetgeen we reeds wisten omdat we elkaar binnen de IRO heel goed hebben leren kennen. Maar de uitspraak is gedaan en roept bij velen vragen op. Ik heb zelf geen idee hoe Facebook werkt en zal me er ook verre van houden. Zeker nu je ziet waartoe dat kan leiden.

Gökhan heeft verklaard dat gedurende de twee jaar dat de Imam werkzaam was, er nooit gewelddadige uitspraken zijn gehoord waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de imam zou kunnen komen tot de geciteerde uitspraken.

Ik, als voorzitter van de IRO, zou willen voorstellen dat wij als IRO de banden met de Moslimgemeenschap moeten behouden en dat we met elkaar in gesprek moeten blijven. Zij hebben een enorme imagoschade opgelopen. Daar waar mogelijk kunnen wij helpen deze schade te beperken.

Dat laatste geldt ook voor de Raad van Kerken van Dieren e.o. waartoe onze geloofsgemeenschap behoort, wij zullen naar mijn idee met hen moeten blijven meeleven zoals we altijd hebben gedaan. Ook binnen de LJG zal dat zo zijn naar ik heb begrepen.

Jan Boogaard”